Land | Albanië |
Verdragsartikel | |
Datum getekend | 22 juli 2004 |
Datum van kracht | 15 november 2005 |
1. Dividenden betaald door een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat, mogen in die andere Staat worden belast.
2. Deze dividenden mogen echter ook in de Verdragsluitende Staat waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is, maar de aldus geheven belasting mag niet overschrijden:
a. 0 percent van de brutobedragen van de dividenden, indien de uiteindelijk gerechtigde een lichaam is, dat onmiddellijk of middellijk ten minste 50 percent bezit van het kapitaal van het lichaam, waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld, dat de dividenden betaalt en dat meer dan $ 250.000 heeft geïnvesteerd in het kapitaal van het lichaam dat de dividenden betaalt;
b. 5 percent van de brutobedragen van de dividenden, indien de uiteindelijk gerechtigde een lichaam is, dat onmiddellijk of middellijk ten minste 25 percent bezit van het kapitaal van het lichaam, waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld, dat de dividenden betaalt;
c. 15 percent van de brutobedragen van de dividenden in alle andere gevallen.
3. De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten regelen in onderlinge overeenstemming de wijze van toepassing van het tweede lid.
4. De bepalingen van het tweede lid laten onverlet de belastingheffing van het lichaam ter zake van de winst waaruit de dividenden worden betaald.
5. De uitdrukking 'dividenden', zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit aandelen, winstaandelen of winstbewijzen, mijnaandelen, oprichtersaandelen of andere rechten, met uitzondering van inkomsten uit schuldvorderingen, die aanspraak geven op een aandeel in de winst, en inkomsten uit andere vennootschappelijke rechten die door de wetgeving van de Staat waarvan het lichaam dat de uitdeling doet inwoner is, op dezelfde wijze aan de belastingheffing worden onderworpen als inkomsten uit aandelen.
6. De bepalingen van het eerste, tweede en achtste lid zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden, die inwoner is van een Verdragsluitende Staat, in de andere Verdragsluitende Staat waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is, een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, of in die andere Staat zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort. In dat geval zijn, naar gelang van het geval, de bepalingen van artikel 7 of artikel 14 van toepassing.
7. Indien een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat, voordelen of inkomsten verkrijgt uit de andere Verdragsluitende Staat, mag die andere Staat geen belasting heffen op de dividenden die door het lichaam worden betaald, behalve voor zover deze dividenden worden betaald aan een inwoner van die andere Staat of voor zover het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van een in die andere Staat gevestigde vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van een aldaar gevestigd vast middelpunt behoort, noch de niet-uitgedeelde winst van het lichaam onderwerpen aan een belasting op niet-uitgedeelde winst van het lichaam, zelfs indien de betaalde dividenden of de niet-uitgedeelde winst geheel of gedeeltelijk bestaan uit voordelen of inkomsten die uit die andere Staat afkomstig zijn.
8. Niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid, mogen dividenden betaald door een lichaam met een in aandelen verdeeld kapitaal, dat volgens de wetgeving van een Staat inwoner is van die Staat, aan een natuurlijke persoon die inwoner is van de andere Staat ook in de eerstbedoelde Staat worden belast overeenkomstig de wetgeving van die Staat, indien die natuurlijke persoon - al dan niet tezamen met zijn echtgenoot - dan wel een van hun bloed- of aanverwanten in de rechte lijn onmiddellijk of middellijk ten minste vijf percent bezit van het geplaatste kapitaal van een bepaalde soort aandelen van dat lichaam. Deze bepaling vindt alleen toepassing wanneer de natuurlijke persoon aan wie de dividenden worden betaald in de loop van de laatste tien jaren voorafgaande aan het jaar waarin die dividenden worden betaald inwoner van de eerstbedoelde Staat is geweest en mits op het tijdstip waarop hij inwoner werd van de andere Staat werd voldaan aan eerdergenoemde voorwaarden ten aanzien van het aandelenbezit in eerdergenoemd lichaam.
In de gevallen waarin, ingevolge de nationale wetgeving van de eerstbedoelde Staat, aan de natuurlijke persoon aan wie de dividenden worden betaald, een aanslag is opgelegd ter zake van de aandelen die geacht worden bij diens emigratie uit eerstbedoelde Staat te zijn vervreemd, geldt het vorenstaande alleen voor zover er van deze aanslag nog een bedrag openstaat.
VII. Ad Artikelen 5, 7, 10, 11, 12, 13, 15, 21, 22 en 24
Het is wel te verstaan dat onder een vaste bedrijfsinrichting door middel waarvan de werkzaamheden van een onderneming geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend wordt verstaan een vaste bedrijfsinrichting door middel waarvan een onderneming van een Verdragsluitende Staat in de andere Verdragsluitende Staat, geheel of gedeeltelijk, haar bedrijf uitoefent.
XII. Ad Artikel 10
Niettegenstaande de bepalingen van het tweede lid, heft de Verdragsluitende Staat waarvan het lichaam inwoner is geen belasting op dividenden betaald door dat lichaam, indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden een pensioenfonds is als bedoeld in onderdeel IV van dit Protocol.
XIII. Ad Artikelen 10, 11 en 12
Indien aan de bron belasting is geheven die het belastingbedrag dat ingevolge de bepalingen van artikel 10, 11 of 12 mag worden geheven te boven gaat, moeten verzoeken om teruggaaf van het daarboven uitgaande belastingbedrag worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de Staat die de belasting heeft geheven, binnen een tijdvak van drie jaar na afloop van het kalenderjaar waarin de belasting is geheven.
XIV. Ad Artikelen 10 en 13
Het is wel te verstaan dat inkomsten die worden ontvangen in verband met de (gedeeltelijke) liquidatie van een lichaam of een inkoop van eigen aandelen door een lichaam worden behandeld als inkomsten uit aandelen en niet als vermogenswinsten.
XVI. Ad Artikel 10, achtste lid, en Artikel 13, zesde lid
Waar het betreft de toepassing van artikel 10, achtste lid, en artikel 13, zesde lid, omvat de uitdrukking „een lichaam dat volgens de wetgeving van een Verdragsluitende Staat inwoner is van die Staat" mede:
a. een lichaam dat zijn plaats van werkelijke leiding in die Verdragsluitende Staat heeft; en
b. een lichaam waarvan de plaats van werkelijke leiding is overgeplaatst vanuit die Verdragsluitende Staat, mits de plaats van werkelijke leiding van dat lichaam voorafgaande aan de verplaatsing van de plaats van zijn werkelijke leiding voor een tijdvak van ten minste vijf jaar in die Verdragsluitende Staat gevestigd was. In dat geval wordt dat lichaam slechts voor een tijdvak van tien jaar na de verplaatsing van zijn plaats van werkelijke leiding geacht inwoner van die Verdragsluitende Staat te zijn.
Hierboven vindt u de tekst uit het belastingverdrag tussen Nederland en het betreffende land met betrekking tot dividenden en de bijbehorende protocolartikelen. Graag maken wij u erop attent dat het effectieve percentage bronbelasting kan afwijken van wat in het verdrag is bepaald, bijvoorbeeld door antimisbruikbepalingen in lokale wetgeving, etc.