Armenië verdragen Dividend

Land Armenië
Verdragsartikel
Datum getekend 31 oktober 2001
Datum van kracht 22 november 2002


Artikel 10. Dividenden

1. Dividenden betaald door een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat, mogen in die andere Staat worden belast.

2. Deze dividenden mogen echter ook in de Verdragsluitende Staat waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is, overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de genieter de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden is, mag de aldus geheven belasting niet overschrijden:

a. 5 percent van het brutobedrag van de dividenden, indien de uiteindelijk gerechtigde een lichaam is (niet zijnde een maatschap of een vennootschap onder firma), dat onmiddellijk ten minste 10 percent bezit van het kapitaal van het lichaam dat de dividenden betaalt;
b. 15 percent van het brutobedrag van de dividenden in alle andere gevallen.

3. De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten regelen in onderlinge overeenstemming de wijze van toepassing van het tweede lid.

4. De bepalingen van het tweede lid laten onverlet de belastingheffing van het lichaam ter zake van de winst waaruit de dividenden worden betaald.

5. De uitdrukking 'dividenden', zoals gebezigd in dit Verdrag, betekent inkomsten uit aandelen, winstaandelen of winstbewijzen, mijnaandelen, oprichtersaandelen of andere rechten, niet zijnde schuldvorderingen, die aanspraak geven op een aandeel in de winst alsmede inkomsten uit andere vennootschappelijke rechten die door de wetgeving van de Staat waarvan het lichaam dat de uitdeling doet inwoner is, op dezelfde wijze aan de belastingheffing worden onderworpen als inkomsten uit aandelen.

6. De bepalingen van het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden, die inwoner is van een Verdragsluitende Staat, in de andere Verdragsluitende Staat waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is, een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting of in die andere Staat zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort. In dat geval zijn, naar gelang van het geval, de bepalingen van artikel 7(Winst uit onderneming) of artikel 14 Zelfstandige arbeid) van toepassing.

7. Indien een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat, voordelen of inkomsten verkrijgt uit de andere Verdragsluitende Staat, mag die andere Staat geen belasting heffen op de dividenden die door het lichaam worden betaald, behalve voor zover deze dividenden worden betaald aan een inwoner van die andere Staat of voor zover het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van een in die andere Staat gevestigde vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van een aldaar gevestigd vast middelpunt behoort, noch de niet-uitgedeelde winst van het lichaam onderwerpen aan een belasting op niet-uitgedeelde winst van het lichaam, zelfs indien de betaalde dividenden of de niet-uitgedeelde winst geheel of gedeeltelijk bestaan uit voordelen die uit die andere Staat afkomstig zijn.

Protocol:

XI. Ad artikel 10

1. Niettegenstaande de bepalingen van artikel 10 (Dividenden), tweede lid, onderdeel a, wordt het in dat onderdeel voorziene tarief van de bronbelasting verlaagd tot 0 percent in geval de winsten waaruit de dividenden zijn betaald effectief zijn belast tegen het normale tarief voor de winstbelasting en de dividenden zijn vrijgesteld van belasting in handen van het lichaam dat de dividenden ontvangt.

2. Het is wel te verstaan dat in het geval van Nederland de uitdrukking „dividenden” mede inkomsten uit winstdelende obligaties omvat.

XII. Ad artikel 10

1. Het is ter zake van dividenden als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onderdeel a van het Verdrag, die door een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat worden betaald aan een lichaam dat inwoner is van de andere Verdragsluitende Staat, wel te verstaan dat, niettegenstaande de bepalingen van artikel XI van dit Protocol, indien volgens de van kracht zijnde wetgeving van de andere Verdragsluitende Staat belastingheffing over die dividenden wanneer zij worden betaald aan een natuurlijk persoon, in de andere Verdragsluitende Staat leidt tot een lagere belastingdruk dan de belastingdruk op dividenden in de eerstgenoemde Verdragsluitende Staat, de eerstgenoemde Verdragsluitende Staat belasting mag heffen tegen een tarief dat tezamen met het belastingtarief geheven over de door uitgedeelde dividenden door de andere Verdragsluitende Staat, niet meer bedraagt dan 15 percent van het bruto bedrag van de dividenden. Deze belasting zal worden geheven bij wijze van een aanslag opgelegd door Nederland aan het lichaam dat de bovengenoemde dividenden heeft ontvangen.

2. Het is voorts echter wel te verstaan dat de bepalingen van het bovenstaande eerste lid niet van toepassing zijn indien de dividenden worden betaald door een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat en de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden een lichaam is dat inwoner is van de andere Verdragsluitende Staat en:

a. het kapitaal van het lichaam dat de dividenden ontvangt uiteindelijk uitsluitend wordt gehouden door de Regering van de andere Verdragsluitende Staat, een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan; of

b. aandelen in dat lichaam regelmatig worden verhandeld op een aandelenbeurs van de andere Verdragsluitende Staat; of

c. het lichaam dat de dividenden ontvangt zich bezighoudt met actieve handels- of bedrijfsuitoefening in de andere Verdragsluitende Staat.

3. Indien een lichaam niet voldoet aan een van de voorwaarden die zijn neergelegd in het bovenstaande tweede lid, zijn de bepalingen van het bovenstaande eerste lid ter zake van dat lichaam ook niet van toepassing, indien door de bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten, in overstemming met artikel 27 van het Verdrag, in onderling overleg is vastgesteld dat dat lichaam niet hoofdzakelijk is opgericht in of wordt aangehouden in de andere Verdragsluitende Staat om de voordelen van artikel 10, tweede lid, onderdeel a, van het Verdrag of artikel XIIvan dit Protocol zeker te stellen en mits het lichaam dat de dividenden ontvangt inwoner is van de andere Verdragsluitende Staat en de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden is.

XIII. Ad artikelen 10, 11 en 12

Indien aan de bron belasting is geheven die het belastingbedrag dat ingevolge de bepalingen van artikel 10, 11 of 12 mag worden geheven te boven gaat, moeten verzoeken om teruggaaf van het daarboven uitgaande belastingbedrag worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de Staat die de belasting heeft geheven, binnen een tijdvak van drie jaar na afloop van het kalenderjaar waarin de belasting is geheven.

XIV. Ad artikelen 10 en 13

Het is wel te verstaan dat in het geval van Nederland inkomsten die worden ontvangen in verband met de (gedeeltelijke) liquidatie van een lichaam of een inkoop van eigen aandelen door een lichaam worden behandeld als inkomsten uit aandelen en niet als vermogenswinsten.

Disclaimer

Hierboven vindt u de tekst uit het belastingverdrag tussen Nederland en het betreffende land met betrekking tot dividenden en de bijbehorende protocolartikelen. Graag maken wij u erop attent dat het effectieve percentage bronbelasting kan afwijken van wat in het verdrag is bepaald, bijvoorbeeld door antimisbruikbepalingen in lokale wetgeving, etc.