Land | Russische Federatie |
Verdragsartikel | |
Datum getekend | 16 december 1996 |
Datum van kracht | 27 augustus 1998 |
1. Dividenden betaald door een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat, mogen in die andere Staat worden belast.
2. Deze dividenden mogen echter ook in de Verdragsluitende Staat waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is, overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de genieter de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden is, mag de aldus geheven belasting niet overschrijden:
a. 5 percent van het brutobedrag van de dividenden, indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden een lichaam is (niet zijnde een maatschap of een vennootschap onder firma), dat onmiddellijk ten minste 25 percent bezit van het kapitaal van het lichaam dat de dividenden betaalt en daarin ten minste 75.000 ECU of de tegenwaarde daarvan in de nationale valuta van de Verdragsluitende Staten heeft geïnvesteerd;
b. 15 percent van het brutobedrag van de dividenden in alle andere gevallen.
3. De bepalingen van het tweede lid laten onverlet de belastingheffing van het lichaam ter zake van de winst waaruit de dividenden worden betaald.
4. De uitdrukking 'dividenden', zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit aandelen of andere rechten, met uitzondering van schuldvorderingen, die aanspraak geven op een aandeel in de winst, alsmede inkomsten uit andere vennootschappelijke rechten die door de wetgeving van de Staat waarvan het lichaam dat de uitdeling doet inwoner is, op dezelfde wijze aan de belastingheffing worden onderworpen als inkomsten uit aandelen.
5. De bepalingen van het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden, die inwoner is van een Verdragsluitende Staat, in de andere Verdragsluitende Staat waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is, een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, of in die andere Staat zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort. In dat geval zijn, naar gelang van het geval, de bepalingen van artikel 7 of artikel 14 van toepassing.
6. Indien een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat, voordelen of inkomsten verkrijgt uit de andere Verdragsluitende Staat, mag die andere Staat geen belasting heffen op de dividenden die door het lichaam worden betaald, behalve voor zover deze dividenden worden betaald aan een inwoner van die andere Staat of voor zover het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van een in die andere Staat gevestigde vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van een aldaar gevestigd vast middelpunt behoort, noch de niet-uitgedeelde winst van het lichaam onderwerpen aan een belasting op niet-uitgedeelde winst van het lichaam, zelfs indien de betaalde dividenden of de niet-uitgedeelde winst geheel of gedeeltelijk bestaan uit voordelen of inkomsten die uit die andere Staat afkomstig zijn.
V. Ad artikelen 10 en 11
Het is wel te verstaan dat in het geval van Nederland de uitdrukking „dividenden" mede inkomsten uit winstdelende obligaties omvat.
VI. Ad artikel 10
Het is wel te verstaan dat, voor de vaststelling of aan de voorwaarde van een minimale investering van 75.000 ECU is voldaan, een investering evenals nadien gedane of ongedaan gemaakte investeringen in aanmerking worden genomen naar de waarde op het tijdstip waarop deze investeringen worden gepleegd of ongedaan gemaakt.
VII. Ad artikel 10
De uitdrukking „dividenden" zoals gebezigd in artikel 10, vierde lid, omvat uit Rusland overgemaakte voordelen die door een inwoner van Nederland worden verkregen uit zijn investering als deelnemer in een „joint venture" met Russische en buitenlandse investeringen welke voor de belastingheffing als een rechtspersoon of rechtspersoonlijkheid bezittende entiteit wordt behandeld.
VIII. Ad artikelen 10, 11 en 12
Elk van de Verdragsluitende Staten zal zich beijveren om procedures vast te stellen op grond waarvan belastingplichtigen inkomsten, als bedoeld in de artikelen 11 en 12 en waarvoor het Verdrag uitsluitend voorziet in belastingheffing in de woonstaat, zonder de heffing van bronbelastingen kunnen genieten. Voor de gevallen waarin het Verdrag voorziet in belastingheffing in de Staat waaruit de inkomsten afkomstig zijn, zal elk van de Staten zich beijveren om procedures vast te stellen op grond waarvan belastingplichtigen inkomsten kunnen genieten onder aftrek van belasting naar het in het Verdrag voorziene tarief.
Indien aan de bron belasting is geheven naar een tarief dat het tarief waarin het Verdrag voorziet te boven gaat, moeten verzoeken om teruggaaf van het daarboven uitgaande belastingbedrag worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de Staat die de belasting heeft geheven, binnen een tijdvak van twee jaar na afloop van het kalenderjaar waarin de belasting is geheven. Indien door een belastingplichtige aanspraak wordt gemaakt op een teruggaaf als bedoeld in de voorgaande volzin, wordt de belasting die in een Verdragsluitende Staat is ingehouden naar een tarief dat het tarief waarin het Verdrag voorziet te boven gaat, op tijdige wijze teruggegeven.
Hierboven vindt u de tekst uit het belastingverdrag tussen Nederland en het betreffende land met betrekking tot dividenden en de bijbehorende protocolartikelen. Graag maken wij u erop attent dat het effectieve percentage bronbelasting kan afwijken van wat in het verdrag is bepaald, bijvoorbeeld door antimisbruikbepalingen in lokale wetgeving, etc.