Land | Australië |
Verdragsartikel | |
Datum getekend | 17 maart 1976 |
Datum van kracht | 27 september 1976 |
(1). Interest afkomstig uit een van de Staten mag, indien het interest betreft waartoe een inwoner van de andere Staat uiteindelijk gerechtigd is, in die andere Staat worden belast.
(2). Deze interest mag in de Staat waaruit zij afkomstig is, overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar de aldus geheven belasting mag 10 percent van het brutobedrag van de interest niet overschrijden.
(3). De uitdrukking 'interest' in dit artikel omvat interest uit overheidsleningen of uit obligaties of schuldbewijzen, al dan niet verzekerd door hypotheek en al dan niet aanspraak gevend op een aandeel in de winst, en interest uit iedere andere vorm van schuldenaarschap alsmede alle andere inkomsten die door de belastingwetgeving van de Staat waaruit de inkomsten afkomstig zijn, met interest of inkomsten uit geldleningen worden gelijkgesteld. De uitdrukking omvat niet inkomsten waarop artikel 10 van toepassing is.
(4). De bepalingen van het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing, indien de persoon die uiteindelijk tot de interest gerechtigd is en die inwoner is van een van de Staten, in de andere Staat waaruit de interest afkomstig is, een bedrijf uitoefent met behulp van een in die andere Staat gevestigde vaste inrichting en de schuldvordering uit hoofde waarvan de interest verschuldigd is, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting behoort. In dat geval zijn de bepalingen van artikel 7 van toepassing.
(5). Interest wordt geacht uit een Staat afkomstig te zijn, indien zij wordt betaald door die Staat zelf of door een staatkundig onderdeel van die Staat of door een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam van die Staat of door een inwoner van die Staat. Indien evenwel -
(a). De persoon die de interest betaalt inwoner is van een van de Staten en in de andere Staat of buiten beide Staten een vaste inrichting bezit, waarvoor de schuldvordering ter zake waarvan de interest wordt betaald, was aangegaan, en de interest ten laste komt van de vaste inrichting, wordt de interest geacht daarvandaan afkomstig te zijn waar de vaste inrichting is gevestigd;
(b). De persoon die de interest betaalt niet inwoner is van een van beide Staten, maar in een van de Staten een vaste inrichting bezit, waarvoor de schuldvordering ter zake waarvan de interest wordt betaald, was aangegaan, en de interest ten laste komt van de vaste inrichting, wordt de interest geacht daarvandaan afkomstig te zijn waar de vaste inrichting is gevestigd.
(6). Indien, ten gevolge van een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de persoon die uiteindelijk tot de interest gerechtigd is of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de betaalde interest, gelet op de schuldvordering ter zake waarvan zij wordt betaald, hoger is dan het bedrag dat, naar verwacht had mogen worden, zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde zou zijn overeengekomen, vinden de bepalingen van dit artikel slechts op het laatstbedoelde bedrag toepassing. In dat geval blijft het daarboven uitgaande deel van de betaalde interest belastbaar overeenkomstig de wetgeving van elk van de Staten, doch onder voorbehoud van de overige bepalingen van deze Overeenkomst.
(1) Wat betreft de artikelen 6 tot en met 8 en 10 tot en met 17:
Voordelen of inkomsten die door een inwoner van Nederland worden verkregen en die op grond van deze artikelen in Australië mogen worden belast, worden voor de toepassing van de Australische wetgeving inzake de inkomstenbelasting geacht inkomsten uit bronnen in Australië te zijn.
(4) Wat betreft de artikelen 10, 11 en 12:
Verzoeken om teruggaaf van belasting die door Nederland in strijd met de bepalingen van deze artikelen is geheven, moeten bij de bevoegde autoriteit van Nederland worden ingediend binnen een tijdvak van drie jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de belasting is geheven.
Hierboven vindt u de tekst uit het belastingverdrag tussen Nederland en het betreffende land met betrekking tot dividenden en de bijbehorende protocolartikelen. Graag maken wij u erop attent dat het effectieve percentage bronbelasting kan afwijken van wat in het verdrag is bepaald, bijvoorbeeld door antimisbruikbepalingen in lokale wetgeving, etc.