Maleisië verdragen Rente

Land Maleisië
Verdragsartikel
Datum getekend 07 maart 1988
Datum van kracht 02 februari 1989


Artikel 12. Interest

1. Interest afkomstig uit een van de Staten en betaald aan een inwoner van de andere Staat, mag in die andere Staat worden belast.

2. Deze interest mag echter ook in de Staat waaruit hij afkomstig is, overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de genieter de uiteindelijk gerechtigde tot de interest is, mag de aldus geheven belasting 10 percent van het brutobedrag van de interest niet overschrijden.

3. Niettegenstaande de bepalingen van het tweede lid is interest, betaald aan of overgemaakt naar een inwoner van Nederland, hetzij door een persoon die bevoegd is in Maleisië het bankbedrijf uit te oefenen, hetzij uit hoofde van een goedgekeurde of langlopende lening, vrijgesteld van Maleisische belasting.

4. De bevoegde autoriteiten van de Staten regelen in onderlinge overeenstemming de wijze van toepassing van het tweede en derde lid.

5. De uitdrukking 'interest', zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit schuldvorderingen van welke aard ook, al dan niet verzekerd door hypotheek en al dan niet aanspraak gevend op een aandeel in de winst van de schuldenaar, en in het bijzonder inkomsten uit overheidsleningen en inkomsten uit obligaties of schuldbewijzen, daaronder begrepen de aan zodanige leningen, obligaties of schuldbewijzen verbonden premies en prijzen. In rekening gebrachte boete voor te late betaling wordt voor de toepassing van dit artikel niet als interest aangemerkt.

6. De bepalingen van het eerste, tweede en derde lid zijn niet van toepassing, indien de uiteindelijk gerechtigde tot de interest, die inwoner is van een van de Staten, in de andere Staat waaruit de interest afkomstig is, een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, en de vordering uit hoofde waarvan de interest wordt betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting behoort. In dat geval zijn de bepalingen van artikel 8 van toepassing.

7. Interest wordt geacht uit een van de Staten afkomstig te zijn, indien deze wordt betaald door die Staat zelf, door een staatkundig onderdeel, door een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam of staatsrechtelijk orgaan daarvan, of door een inwoner van die Staat. Indien evenwel de persoon die de interest betaalt, of hij inwoner van een van de Staten is of niet, in een van de Staten een vaste inrichting heeft, waarvoor de schuld ter zake waarvan de interest wordt betaald, was aangegaan, en deze interest ten laste komt van die vaste inrichting, wordt deze interest geacht afkomstig te zijn uit de Staat waar de vaste inrichting is gevestigd.

8. Indien, ten gevolge van een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de betaalde interest, gelet op de schuldvordering ter zake waarvan deze wordt betaald, hoger is dan het bedrag dat zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde zou zijn overeengekomen, zijn de bepalingen van dit artikel slechts op het laatstbedoelde bedrag van toepassing. In dat geval blijft het daarboven uitgaande deel van het betaalde bedrag overeenkomstig de wetgeving van elk van de Staten, zulks met inachtneming van de overige bepalingen van deze Overeenkomst.

9. Niettegenstaande de bepalingen van het tweede lid, is de Regering van een van de Staten vrijgesteld van belasting in de andere Staat der zake van interest, ver kregen door de Regering uit die andere Staat. Voor de toepassing van deze bepaling betekent de term 'Regering':

(a).  wat Nederland betreft, de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, met inbegrip van:
 
(i).  de plaatselijke publiekrechtelijke lichamen;
 
(ii). de staatsrechtelijke organen daarvan;
 
(iii). de Nederlandse Bank;

(iv). de Nederlandse Financierings Maatschappij voor Ontwikkelingslanden N.V. en de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden N.V.;
 
(v). die instellingen, die geheel eigendom zijn van de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden of van de plaatselijke publiekrechtelijke lichamen, zoals te eniger tijd tussen de bevoegde autoriteiten van de Staten wordt overeengekomen.

(b). wat Maleisië betreft, de Regering van Maleisië, met inbegrip van:
 
(i). de regering van de staten;
 
(ii). de plaatselijke publiekrechtelijke lichamen;
 
(iii). de staatsrechtelijke organen daarvan;
 
(iv). de 'Bank Negara Malaysia';
 
(v). die instellingen die geheel eigendom zijn van de Regering van Maleisië of de regeringen van de staten of de plaatselijke publiekrechtelijke lichamen, zoals te eniger tijd tussen de bevoegde autoriteiten van de Staten wordt overeengekomen.

Protocol:

II. Ad artikel 12

De uitdrukking „goedgekeurde lening” betekent elke lening of andere schuld die door de bevoegde autoriteit van Maleisië wordt goedgekeurd als zijnde aangegaan ten behoeve van de financiering van ontwikkelingsprojecten of de aankoop van kapitaalgoederen voor ontwikkelingsprojecten in Maleisië. De uitdrukking „langlopende lening" betekent elke aangegane lening of gedeponeerde geldsom, zoals omschreven in "Section 2" van de "Income Tax Act, 1967" van Maleisië.

III. Ad artikelen 11, 12, 13 en 13A

Indien belasting is geheven die het belastingbedrag dat ingevolge de bepalingen van artikel 11, 12, 13 of 13A mag worden geheven, te boven gaat, moeten verzoeken om teruggaaf van het daarboven uitgaande belastingbedrag worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de Staat die de belasting heeft geheven, binnen een tijdvak van drie jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de belasting is geheven.

 

 

 

 

 

Disclaimer

Hierboven vindt u de tekst uit het belastingverdrag tussen Nederland en het betreffende land met betrekking tot dividenden en de bijbehorende protocolartikelen. Graag maken wij u erop attent dat het effectieve percentage bronbelasting kan afwijken van wat in het verdrag is bepaald, bijvoorbeeld door antimisbruikbepalingen in lokale wetgeving, etc.