Land | Mexico |
Verdragsartikel | |
Datum getekend | 27 september 1993 |
Datum van kracht | 13 oktober 1994 |
1. Interest afkomstig uit een van de Staten en betaald aan een inwoner van de andere Staat mag in die andere Staat worden belast indien die inwoner de uiteindelijk gerechtigde tot de interest is.
2. Deze interest mag echter ook in de Staat waaruit zij afkomstig is, overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de genieter de uiteindelijk gerechtigde tot de interest is, mag de aldus geheven belasting niet overschrijden:
a) 5 percent van het brutobedrag van de interest in gevallen van interest:
i. betaald over elke lening van welke soort dan ook die verstrekt is door een bank of enige andere financiële instelling, met inbegrip van investeringsbanken en spaarbanken, en verzekeringsmaatschappijen;
ii. betaald over obligaties en waardepapieren die in wezenlijke mate en regelmatig worden verhandeld aan een erkende effectenbeurs;
b) 10 percent van het brutobedrag van de interest in alle andere gevallen.
3. Niettegenstaande de bepalingen van het tweede lid:
a) is interest afkomstig uit een van de Staten en betaald ter zake van een obligatie, schuldbewijs of soortgelijke verplichting van de Regering van die Staat, de centrale bank van die Staat, een staatkundig onderdeel of plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan, vrijgesteld van belasting in die Staat;
b) is interest afkomstig uit een van de Staten en betaald ter zake van een obligatie, schuldbewijs of soortgelijke verplichting aan de Regering van de andere Staat, de centrale bank van die andere Staat, een staatkundig onderdeel of publiekrechtelijk lichaam daarvan, vrijgesteld van belasting in eerstbedoelde Staat;
c) is interest afkomstig uit een van de Staten en betaald ter zake van leningen op preferentiële voorwaarden, bedoeld ter bevordering van de ontwikkeling en export, met een looptijd van drie jaren of meer, en gegarandeerd of verzekerd door de Regering van de andere Staat, de centrale bank van die andere Staat of enig agentschap dat of enige instantie (waaronder begrepen een financiële instelling) die eigendom is van die Regering, vrijgesteld van belasting in de eerstbedoelde Staat;
d) is interest afkomstig van een van de Staten en betaald aan een erkend pensioenfonds van de andere Staat vrijgesteld van belasting in de eerstbedoelde Staat.
4. De uitdrukking "interest", zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit schuldvorderingen van welke aard ook, al dan niet verzekerd door hypotheek, of aanspraak gevend op een aandeel in de winst van de schuldenaar, en in het bijzonder inkomsten uit overheidsleningen en inkomsten uit obligaties of schuldbewijzen, waaronder begrepen de aan zodanige leningen, obligaties of schuldbewijzen verbonden premies en prijzen. In rekening gebrachte boete voor te late betaling wordt voor de toepassing van dit artikel als interest aangemerkt.
5. De bepalingen van het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de interest, die inwoner is van een van de Staten, in de andere Staat waaruit de interest afkomstig is een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, of in die andere Staat zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en de vordering uit hoofde waarvan de interest wordt betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort. In dat geval zijn, naar gelang van het geval, de bepalingen van artikel 7 of artikel 14 van toepassing.
6. Interest wordt geacht uit een van de Staten afkomstig te zijn indien deze wordt betaald door die Staat zelf, door een staatkundig onderdeel, door een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam of door een inwoner van die Staat. Indien evenwel de schuldenaar van de interest, of hij inwoner van een van de Staten is of niet, in een van de Staten een vaste inrichting of een vast middelpunt heeft, waarvoor de schuld ter zake waarvan de interest wordt betaald, was aangegaan, en deze interest ten laste komt van die vaste inrichting of van dat vaste middelpunt, wordt deze interest geacht afkomstig te zijn uit de Staat waar de vaste inrichting of het vaste middelpunt is gevestigd.
7. Indien, wegens een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de betaalde interest, om welke reden dan ook, hoger is dan het bedrag dat zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde zou zijn overeengekomen, zijn de bepalingen van dit artikel slechts op het laatstbedoelde bedrag van toepassing. In dat geval blijft het daarboven uitgaande deel van het betaalde bedrag belastbaar overeenkomstig de wetgeving van elk van de Staten, zulks met inachtneming van de overige bepalingen van dit Verdrag.
8. De bepalingen van dit artikel blijven buiten toepassing indien de vordering uit hoofde waarvan de interest wordt betaald, hoofdzakelijk in het leven geroepen of overgedragen was met het doel voordeel te trekken uit dit artikel. Ingeval een Staat voornemens is dit lid toe te passen, zal zijn bevoegde autoriteit van te voren met de bevoegde autoriteit van de andere Staat overleggen.
II. Ad artikelen 1, 11 en 23
Het is wel verstaan dat voor de toepassing van dit Verdrag een pensioenfonds dat als zodanig erkend is in een van de Staten en waarvan het inkomen in het algemeen is vrijgesteld van belasting in die Staat, beschouwd zal worden als inwoner van die Staat. Als zulk een pensioenfonds zal worden beschouwd in het geval van Nederland elk pensioenfonds dat erkend is en volgens wettelijke bepalingen onder toezicht staat en in het geval van Mexico elk op grond van artikel 28 van de Mexicaanse wet op de inkomstenbelasting in het leven geroepen pensioenfonds.
XI. Ad artikelen 10, 11 en 12
Indien aan de bron belasting is geheven die het belastingbedrag dat ingevolge de bepalingen van artikel 10, 11 of 12 mag worden geheven te boven gaat, moeten verzoeken om teruggaaf van het daarboven uitgaande belastingbedrag worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de Staat die de belasting heeft geheven, binnen een tijdvak van drie jaren na afloop van het kalenderjaar waarin de belasting is geheven.
XII. Ad artikel 11
1. Voor de toepassing van het Verdrag betekent de uitdrukking "erkende effectenbeurs":
a) in het geval van Nederland effectenbeurzen die zijn erkend op grond van artikel 16 van de Wet Toezicht Effectenverkeer;
b) in het geval van Mexico effectenbeurzen die voldoen aan de voorwaarden van de Wet op de Effectenbeurs (Mercado de Valores) van 2 januari 1975;
c) elke andere effectenbeurs waarover de bevoegde autoriteiten van de beide Staten overeenstemming bereiken.
2. Ingeval een Staat voornemens is de in artikel 11, tweede lid, onderdeel a, genoemde voordelen te ontzeggen in verband met het vereiste van "in wezenlijke mate en regelmatig worden verhandeld" als genoemd in punt ii van dat onderdeel, zal zijn bevoegde autoriteit eerst overleg plegen met de bevoegde autoriteit van de andere Staat teneinde in onderlinge overeenstemming vast te stellen of de bepaling van dat onderdeel van toepassing is.
3. De bepalingen van artikel 11, derde lid, onderdeel c, zijn van toepassing, in geval van Nederland, op de Nederlandse Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden N.V. en de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden N.V. en, in geval van Mexico, op de Banco Nacional de Comercio Exterior, S.N.C., Nacional Financiera, S.N.C., en Banco Nacional de Obras y Servicios, S.N.C. De bevoegde autoriteiten kunnen in onderling overleg andere agentschappen of instanties aanwijzen, waarop deze bepalingen in elk geval van toepassing zijn.
4. Met betrekking tot artikel 11, vierde lid, wordt verduidelijkt dat onder de uitdrukking “interest” tevens de volgende bestanddelen van het inkomen zijn begrepen:
a) commissieloon met betrekking tot geleende gelden;
b) betalingen om een lening aan te gaan of als waarborg voor geleende gelden alsmede om als steller van zekerheid op te treden;
c) betalingen verkregen uit factoringsovereenkomsten;
d) inkomsten verkregen uit de vervreemding van kredieten;
e) inkomsten verkregen uit financiële instrumenten wanneer er een onderliggende schuld is;
f) inkomsten verkregen uit de vervreemding na aftrek van waardepapieren die een schuld vertegenwoordigen.
XIII. Ad artikelen 11 en 12
Het is wel verstaan dat voor de toepassing van artikel 11, zesde lid, en van artikel 12, vijfde lid, indien een lening door het hoofdkantoor van een onderneming van een van de Staten is afgesloten en slechts een gedeelte van die lening kan worden toegerekend aan een vaste inrichting van die onderneming in de andere Staat, of indien een contract op grond waarvan royalty's worden betaald, is gesloten door het hoofdkantoor en slechts een deel van dat contract toegerekend kan worden aan de vaste inrichting, zulk een lening of contract.
Hierboven vindt u de tekst uit het belastingverdrag tussen Nederland en het betreffende land met betrekking tot dividenden en de bijbehorende protocolartikelen. Graag maken wij u erop attent dat het effectieve percentage bronbelasting kan afwijken van wat in het verdrag is bepaald, bijvoorbeeld door antimisbruikbepalingen in lokale wetgeving, etc.