Land | Noorwegen |
Verdragsartikel | |
Datum getekend | 12 januari 1990 |
Datum van kracht | 31 december 1990 |
1. Interest afkomstig uit een van de Staten en betaald aan een inwoner van de andere Staat is slechts in die andere Staat belastbaar indien die inwoner de uiteindelijk gerechtigde is tot de interest.
2. De uitdrukking „interest”, zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit schuldvorderingen van welke aard ook, al dan niet verzekerd door hypotheek en in het bijzonder inkomsten uit overheidsleningen en inkomsten uit obligaties of schuldbewijzen, waaronder begrepen de aan zodanige leningen, obligaties of schuldbewijzen verbonden premies en prijzen. Deze uitdrukking omvat echter niet de inkomsten die in artikel 10 zijn behandeld.
In rekening gebrachte boete voor te late betaling wordt voor toepassing van dit artikel niet als interest aangemerkt.
3. De bepalingen van het eerste lid zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de interest, die inwoner is van een van de Staten, in de andere Staat waaruit de interest afkomstig is een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, en de vordering uit hoofde waarvan de interest wordt betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting behoort. In dat geval zijn, de bepalingen van artikel 7 van toepassing.
4. Indien, wegens een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de betaalde interest, gelet op de schuldvordering ter zake waarvan deze wordt betaald, hoger is dan het bedrag dat zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde zou zijn overeengekomen, zijn de bepalingen van dit artikel slechts op het laatstbedoelde bedrag van toepassing. In dat geval blijft het daarboven uitgaande deel van het betaalde bedrag belastbaar overeenkomstig de wetgeving van elk van de Staten, zulks met inachtneming van de overige bepalingen van deze Overeenkomst.
VII Ad Artikelen 11 en 23
Ingeval een van de Staten een bronbelasting op interest invoert, stelt die Staat de andere Staat in kennis van de invoering van die belasting en knoopt zij onderhandelingen aan ten einde overeenstemming te bereiken over zodanige wijzigingen van de artikelen 11 en 23 als passend zijn.
Hierboven vindt u de tekst uit het belastingverdrag tussen Nederland en het betreffende land met betrekking tot dividenden en de bijbehorende protocolartikelen. Graag maken wij u erop attent dat het effectieve percentage bronbelasting kan afwijken van wat in het verdrag is bepaald, bijvoorbeeld door antimisbruikbepalingen in lokale wetgeving, etc.