Land | Zwitserland |
Verdragsartikel | |
Datum getekend | 26 februari 2010 |
Datum van kracht | 09 november 2011 |
1. Interest afkomstig uit een Verdragsluitende Staat die wordt verkregen door een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat die de uiteindelijke gerechtigde is, is slechts in die andere Staat belastbaar.
2. De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten regelen in onderlinge overeenstemming de wijze van toepassing van het eerste lid.
3. De uitdrukking "interest", zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit schuldvorderingen van welke aard ook, al dan niet verzekerd door hypotheek en al dan niet aanspraak gevend op een aandeel in de winst van de schuldenaar, en in het bijzonder inkomsten uit overheidsleningen en inkomsten uit obligaties of schuldbewijzen, waaronder begrepen de aan zodanige leningen, obligaties of schuldbewijzen verbonden premies en prijzen. In rekening gebrachte boetes voor te late betaling worden voor de toepassing van dit artikel niet als interest aangemerkt.
4. De bepalingen van het eerste lid zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de interest, die inwoner is van een Verdragsluitende Staat, in de andere Verdragsluitende Staat waaruit de interest afkomstig is, een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting of in die andere Staat zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en de schuldvordering uit hoofde waarvan de interest wordt betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort. In dat geval zijn de bepalingen van artikel 7 of van artikel 14 naar gelang van het geval, van toepassing.
5. Indien, wegens een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de interest, gelet op de schuldvordering ter zake waarvan deze wordt betaald, hoger is dan het bedrag dat zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde zou zijn overeengekomen, zijn de bepalingen van dit artikel slechts op het laatstbedoelde bedrag van toepassing. In dat geval blijft het daarboven uitgaande deel van het betaalde bedrag belastbaar overeenkomstig de wetgeving van elk van de Verdragsluitende Staten, zulks met inachtneming van de overige bepalingen van dit Verdrag.
X. Ad artikel 10, zesde lid, en artikel 11, derde lid, en artikel 13
Niettegenstaande de bepalingen van artikel 10, zesde lid, artikel 11, derde lid, en artikel 13, is het wel te verstaan dat betalingen in verband met een lening, met inbegrip van betalingen wegens waardeveranderingen van de lening, worden behandeld als dividend, voor zover deze betalingen krachtens de belastingwetgeving van de Verdragsluitende Staat waarvan het lichaam dat de betalingen doet inwoner is, worden behandeld als een uitdeling.
XII. Ad artikelen 10, 11 en 12
Verzoeken om vrijstelling aan de bron of teruggaaf van te veel betaalde belasting moeten worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de Staat die de belasting heft of heeft geheven, vergezeld van een officiële woonplaatsverklaring van de belastingautoriteiten van de andere Verdragsluitende Staat en in overeenstemming met de nationale wet- en regelgeving van de Staat die de belasting heft of heeft geheven.
Hierboven vindt u de tekst uit het belastingverdrag tussen Nederland en het betreffende land met betrekking tot dividenden en de bijbehorende protocolartikelen. Graag maken wij u erop attent dat het effectieve percentage bronbelasting kan afwijken van wat in het verdrag is bepaald, bijvoorbeeld door antimisbruikbepalingen in lokale wetgeving, etc.